De deelnemers spelen de micro-agressie na waar ze aan het begin van de training over nadachten. Ze hebben besproken hoe ze zich voelden, wat ze hebben geleerd, wat ze beter kunnen doen en wat ze in de toekomst beter willen doen. Dit is hun moment om dat te oefenen met de tools en zinnen die ze tijdens het brainstormen hebben geproduceerd (10 minuten, 5 minuten per ronde).
De facilitator omschrijft het script als volgt:
Deelnemer A is het doelwit en zij informeren deelnemer B dat wat hij heeft gedaan kwetsend en beledigend voor hem was (hoeft niet expliciet te worden gemaakt, het is duidelijk in de geest van de deelnemer en de andere deelnemer kan zijn verbeelding gebruiken om zijn deel).
Deelnemer B gebruikt nieuwe inzichten, hulpmiddelen en uitdrukkingen om op een niet-defensieve manier te reageren, het doelwit te valideren, ze te geven wat ze nodig hebben en vervolgens even de tijd te nemen om hun eigen gevoelens weg van het doelwit te verwerken.
Zodra deelnemer B zijn gevoelens heeft verwerkt, worden de rollen voor de deelnemers omgedraaid en beginnen ze weer bij 1.