De deelnemers worden opgesplitst in groepjes van vier. Ze moeten één keer per scenario door elke rol rouleren.
Rollen: persoon A (veroorzaker van micro-agressie), persoon B (doelwit van micro-agressie), persoon C (bondgenoot) en waarnemer die aantekeningen maakt en feedback geeft over de effectiviteit van de interventie.
Doorloop elk scenario en ontvang feedback van de waarnemers (10 minuten).