Een gesprek over het doel van de confrontatie à na hun eerste ervaring met een gedoelijn zeggen respondenten vaak dat ze geïmmobiliseerd zijn door angst voor vergelding en afwijzing. Deelnemers denken dat “confrontatie” belediging en vijandigheid betekent en ze geloven dat hun reacties de overtuigingen van de micro-agressor zouden moeten veranderen.
Modelleer een paar eenvoudige verbale reacties om de angst weg te nemen dat reacties uitgebreid, gedetailleerd of ingewikkeld moeten zijn om dingen te veranderen.
Voorbeelden: “Auw!”, “Kun je uitleggen wat je daarmee bedoelt?” en het gebruik van ik-uitspraken zoals “Ik voel me echt niet op mijn gemak bij die opmerking” of “Ik vind die opmerking kwetsend”.
Laat de deelnemers na de eerste gedoe-ervaring en groepsverwerking van rol en partner wisselen en oefenen met een ander scenario.
Bespreek na elke vervelende ervaring hoe het was voor zowel de spreker als de respondent, waarbij je eventuele emotionele reacties opnieuw bekijkt. Vragen over de verwerking zijn onder andere:
“Welke reactie werd door de ‘micro-agressor’ als overtuigend ervaren, en waarom?”
“Wat weerhield je ervan om je uit te spreken zoals je wilde?”
“Hoe om te gaan met die angsten of cognities?” en
“Wat heb je vandaag geleerd dat je in de toekomst wilt toepassen?”