De facilitator stelt de volgende vragen en leidt het gesprek. Iedereen kan delen, er is geen noodzaak om te reageren op elkaars antwoorden. Moedig de deelnemers aan om te delen en te luisteren (30-35 minuten).
Hoe voelde deze oefening voor jou?
Wat heb je geleerd over de andere deelnemers?
Wat heb je over jezelf geleerd of opgemerkt tijdens de oefening?
Hoe was het om deze oefening in een groep te doen? Wat was daarvan het punt?
Hoe was het om de identiteit van mensen op deze drie niveaus te zien?
Kon je op basis van wat de deelnemers hadden opgeschreven identificeren welke vellen individueel, groep en universeel waren? Hoe?
Hoe vertaalt deze oefening en wat je ervan leert zich naar je professionele en persoonlijke leven?