Op drie verschillende vellen papier schrijven de deelnemers:
3 dingen die hen uniek maken (op individueel niveau)
3 dingen die ze delen met groepen (gedeelde culturele waarden en overtuigingen)
3 universele dingen die ze delen met mensen (ongeacht de groepen waar ze toe behoren) Denk er niet te veel over na, schrijf gewoon op wat er in je opkomt. Als een deelnemer hulp nodig heeft, kunnen ze in duo’s werken of de facilitator om voorbeelden vragen. Vraag de deelnemers om hun naam op de vellen te zetten (10 minuten).