Onderwerp 1 Een introductie van hate speech

Zoals eerder beschreven, kan micro-agressie een vorm van verbale discriminatie zijn. Maar niet alle micro-agressie presenteert zichzelf in de vorm van verbale discriminatie, en andersom is niet alle verbale discriminatie direct micro-agressie. Een ander voorbeeld van verbale discriminatie is hate speech, of te wel, aanzetten tot haat. Dit is in het eerdere Erasmus+ project Arguments Against Aggression gedefinieerd als:

‘’Hate speech is geweld via taal, woord en beeld, zowel online als offline en richt zich op groepen die door haat buitengesloten worden in real life en op het internet. Hate speech beledigt, bedreigt en veracht mensen vanwege hun afkomst, geloof, geslacht of seksuele geaardheid. Op sociale media creëert hate speech een vijandig klimaat dat ook in het echte leven kan leiden tot geweldsdaden.’’

Vervolgens identificeert het project verschillende criteria voor Hate speech. Er wordt gesteld dat het moeilijk is om uitspraken te identificeren als hate speech, omdat uitspraken niet noodzakelijk direct als haat of emotioneel overkomen. Hate speech kan ook verborgen zitten in uitspraken die op het eerste gezicht normaal of rationeel overkomen. Het concept hate speech omvat een veelheid aan situaties:

  • Aanzetten tot rassenhaat of, met andere woorden, haat gericht op personen of groepen personen op grond van het behoren tot een ras;
  • Aanzetten tot haat op religieuze gronden, waaronder ook het aanzetten tot haat op basis van een onderscheid tussen gelovigen en ongelovigen valt;
  • Aanzetten tot alle andere vormen van haat gebaseerd op een intolerantie die wordt geuit door agressief nationalisme en etnocentrisme;
  • Homofobe uitspraken vallen ook onder wat we de categorie ‘Hate speech’ noemen.