Stap 4: Grenzen

Je hebt net een micro-agressie meegemaakt of gezien, wat kun je doen? Ga bij jezelf te rade:

Wat heb je nu nodig? Wil je de micro-agressie aanpakken, wil je tijd rekken terwijl je nadenkt over wat je wilt blijven, of wil je de situatie verlaten? Er is hier geen goed of fout antwoord.  Als je eenmaal weet wat je behoeften zijn, kun je ernaar handelen.

Als je een grens moet stellen zodat de ander weet dat je niet ontvankelijk bent voor zijn gedrag, dan kun je dat op deze manier doen (aangepast uit Tawwab, 2021).

  1. Wees duidelijk en gebruik eenvoudige woorden. Let op je toon: schreeuw of fluister niet.
  2. Vermeld expliciet uw behoefte of verzoek.
    1. “Ik vind het niet leuk als je over mijn gewicht praat. Hou alsjeblieft op.”
    2. “Ik wil dat je stopt met vragen wanneer ik ga trouwen en kinderen krijg.”
    3. “Ik verwacht dat je respectvol tegen/over mij praat.“
  3. Er kunnen mensen zijn die je grens negeren, je grenzen op de proef stellen, de redenering in twijfel trekken, defensief worden of niet meer met je praten. Wat te doen als dat gebeurt?
    1. Herhaal op assertieve wijze je grens (stap 1 en 2).
    2. Herformuleer uw grens op het moment zelf, niet wanneer het moment voorbij is.
    3. Beslis dat u het niet persoonlijk opvat als de persoon niet positief reageert op uw grens. Geef ze geen macht over jou. Hun perceptie van jou is de hunne, zij kunnen niet bepalen wie en wat jij bent. Alleen jij kunt dat.
  4. Beheers je ongemak en verwijder je uit de situatie.