De facilitator deelt geleidelijk de volgende uitspraken met de deelnemers (of hij/zij kan nauwkeuriger uitspraken voorbereiden naargelang de behoeften van de groep), één voor één en hij/zij wacht tot de deelnemers hun plaats innemen:
Het huis is een puinhoop.
We hebben een dak boven ons hoofd.
Ik ben gekwetst door iemand van wie ik hield.
Het leven maakt me sterker.
De deelnemers bewegen zich na elke uitspraak tussen de posters. De paren van uitspraken verwijzen naar hetzelfde, maar de ene is positief en de andere negatief. Zowel de begeleider als de deelnemers moeten de verandering van positie in de lijn vastleggen wanneer de uitspraak van negatief naar positief verandert. Vervolgens kan een discussie worden gevoerd over waarom ze zijn verschoven.
Het belangrijkste doel van deze activiteit is het ontwikkelen van een beter begrip van de positieve kijk op dingen, wat de deelnemers kan helpen hun uitspraken op een positieve, niet-micro-agressieve manier te formuleren.
Daarna zal de facilitator de resultaten van deze activiteit samenvatten.