Als de facilitator klaar is, vraagt hij de deelnemers om hun voorbeelden aan elkaar te presenteren in groepjes van 5, ver genoeg van elkaar vandaan gezeten om niet afgeleid te worden door omringende discussies. Ze bespreken de volgende vragen (15 minuten, 3 minuten per persoon):
Waarom heb je dit voorbeeld gekozen?
Waarom is dit een micro-agressie?
Wat is de mogelijke impact hiervan?
Hoe kan dit schade veroorzaken?
De facilitator loopt rond in de zaal voor het geval zijn hulp nodig is en vertelt de groep wanneer er 3 minuten voorbij zijn en de volgende persoon zijn voorbeeld kan delen.