Duw je handen, handpalm tegen handpalm, tegen elkaar. Dit zal je helpen om de kracht van je eigen handen te voelen.
Stel je voor dat je met de kracht van je handen een cirkel met een diameter van 1 meter rond je lichaam tekent. U kunt een repetitieve beweging gebruiken, de armen naar buiten strekken, of de positie van uw armen gestrekt houden.
Merk op hoe je sterke bewegingen met de rest van je lichaam kunt ondersteunen – benen stevig onder de rest van je lichaam.
Laat deze beweging dynamisch en actief zijn. Duw de armen naar voren en merk op hoe JIJ de actie laat gebeuren.
Let op je ademhaling.
Blijf bewust van deze beweging, zodat je verbonden blijft met de actie van de beweging.
Maak in deze intern stabiele toestand een gebaar met je handen dat deze toestand illustreert (het kan bijvoorbeeld in je vingers klappen, je vingers kruisen, je handpalmen openen, in je handen klappen, in je kin wrijven, enz.) elk gebaar dat resoneert met deze toestand. In de neurolinguïstiek noemen we dit een “anker” (zie meer in stap 5).