Stap 2: Theorie

Maak het onzichtbare zichtbaar

Omdat micro-agressie een veel subtielere vorm van agressief gedrag is, is de eerste strategie om de micro-agressie een naam te geven en zichtbaar te maken voor iedereen die bij de situatie betrokken is. Dit kan een krachtige daad zijn, omdat het de ervaringen van het doelwit valideert en de dader vraagt om hun voorrecht te overwegen. Er zijn zes manieren om de micro-agressie zichtbaar te maken:

  1. Geef aan dat de micro-agressie op een niet-bedreigende manier plaatsvond.
  2. Het doelwit kan zichzelf verdedigen en getuigen kunnen extra ondersteuning toevoegen.
  3. Maak de verborgen vooringenomenheid expliciet.
  4. Daag het stereotype uit waarop de vooringenomenheid is gebaseerd.
  5. Verbreed de eigenschap tot een universeel menselijk gedrag.
  6. Om verduidelijking vragen.

Laten we deze zes tactieken toepassen op een specifieke situatie. Bijvoorbeeld wanneer een blanke, vrouwelijke leraar de voornaam van een bruine student niet uitspreekt ondanks dat de juiste uitspraak is verteld.

A “Oh, ik denk dat je bedoelde [naam correct uitgesproken] te zeggen.“

A Doel: “Mijn naam wordt uitgesproken als [naam].”

B Getuige: “Dat klopt, u sprak hun naam verkeerd uit.”

C Getuige: “Hun naam wordt uitgesproken als [naam].”

A “U lijkt aan te nemen dat ik/[naam] het niet erg vind dat mijn/hun naam niet correct wordt uitgesproken, ondanks dat mij is verteld hoe deze correct moet worden uitgesproken.”

A “Mijn/hun naam komt misschien niet zo vaak voor, maar dat betekent niet dat je er niet meer vertrouwd mee kunt raken. Als mensen namen als Timothée Chalamet kunnen leren uitspreken, dan kunnen ze ook mijn/hun naam leren uitspreken.”

A “Iedereen heeft een naam en iedereen wil dat zijn naam op de juiste manier wordt uitgesproken. Dat zou jij toch ook wel willen?”

A “Wat bedoel je te zeggen als je mijn/hun naam verkeerd uitspreekt?”

B “Besef je dat je de naam van iemand anders niet verkeerd hebt uitgesproken, alleen de mijne/die van hen?”

C “Wat is er moeilijk aan het uitspreken van mijn/hun naam?”