Stap 2: Reflectie

De facilitator vraagt de deelnemers of ze weten wat micro-agressie is, en noemt enkele voorbeelden van micro-agressie voor wie het niet weet (of niet durft te zeggen dat hij het niet weet). Vervolgens stelt de facilitator de deelnemers een paar vragen om na te denken over ervaringen die ze hebben gehad met micro-agressie (in totaal 10 minuten).

Bijvoorbeeld: Nu ik hoop dat jullie je allemaal comfortabel en open voelen, wil ik dat jullie je ogen sluiten en denken aan een moment waarop iemand iets zei of deed waardoor je je ongemakkelijk, ongewenst of een buitenstaander voelde. U hoeft ons de details van deze ervaring niet te vertellen, die kunt u bij u houden. Ik wil alleen dat je er even over nadenkt.

Na een minuut stilte stelt de facilitator de volgende vragen:

  • Beantwoord ze eerst voor jezelf en bespreek ze dan met de persoon die naast je zit.
  1. Hoe voelde je je door die ervaring?
  2. Hoe heeft die ervaring je gevoel beïnvloed dat je erbij hoort en je erbij betrokken voelt?
  3. Hoe draag je die ervaring nog steeds met je mee?