Als je in een groep werkt, begint de begeleider een discussie over de definitie van de houding of emotie van een persoon en gaat op zoek naar de verschillende meningen van de deelnemers. Iedereen bespreekt waarom ze een concrete emotie toekennen aan een bepaalde afbeelding.
Probeer vervolgens dit rollenspel zoals in het theater: Deelnemer A is een verkoper en deelnemer B is een koper. Andere deelnemers zitten en kijken naar het scenario-gesprek tussen verkoper en koper met de nadruk op lichaamstaal. Ze maken aantekeningen. Scenario A: De verkoper heeft al het gevoel dat hij/zij niet kan wachten tot het einde van de dienst en is nerveus of ongeconcentreerd. De koper is een vrouw met bedekt haar zoals in een boerka, of een man bijvoorbeeld met een joodse hoofdkap – keppeltje. Scenario B: De verkoper is kalm en goedgehumeurd, want het is een mooie zonnige ochtend. De koper is ook kalm en vrolijk.