Deelnemer(s) lezen de volgende tekst: Een vader en zoon waren betrokken bij een auto-ongeluk waarbij de vader werd gedood en de zoon ernstig gewond raakte. De vader werd dood verklaard op de plaats van het ongeluk en zijn lichaam werd naar een plaatselijk mortuarium gebracht. De zoon werd per ambulance naar een nabijgelegen ziekenhuis gebracht en werd onmiddellijk naar een spoedoperatiekamer gebracht. Er werd een chirurg opgeroepen. Bij aankomst en het zien van de patiënt riep de aanwezige chirurg uit: “Oh mijn God, het is mijn zoon!”